Het recht op privacy
Artikel 10: Privacy - Hoofdinhoud
Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden (2008)
Hoofdstuk 1: Grondrechten
Artikel 10
- 1. Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer.
2. De wet stelt regels ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer in verband met het vastleggen en verstrekken van persoonsgegevens.
3. De wet stelt regels inzake de aanspraken van personen op kennisneming van over hen vastgelegde gegevens en van het gebruik dat daarvan
wordt gemaakt, alsmede op verbetering van zodanige gegevens.
In dit artikel staat dat iedereen het recht heeft om in de beslotenheid van zijn persoonlijke levenssfeer met rust te worden gelaten en om bijvoorbeeld
niet te worden afgeluisterd.
De persoonlijke levenssfeer omvat onder meer:
- - het huis
- de briefwisseling
- de communicatie via telefoon en andere communicatiemiddelen
- het recht om niet te worden bespied of afgeluisterd
- het recht op zorgvuldige behandeling van persoonlijke gegevens
- het recht op eerbiediging van het innerlijk leven
- het recht op eerbiediging van de lichamelijke integriteit
De wet kan in bepaalde gevallen dit recht beperken, bijvoorbeeld bij de opsporing van misdaden. Ook maakt de wetgever regels voor het gebruik
van privacygevoelige gegevens.
2. In eenvoudig Nederlands
- 1. Iedereen heeft recht op rust en privacy. In de wet kunnen uitzonderingen staan. In de wet kan ook staan dat iemand anders uitzonderingen mag maken.
2. De overheid mag persoonlijke gegevens van iemand niet zomaar gebruiken.
3. Iedereen heeft er recht op te zien wat er over hem is vastgelegd. En kan gegevens laten veranderen als ze niet juist zijn.
Bron
Het recht op privacy
Het recht op privacy
Uw woord is de waarheid (Joh, 17:17)