95 STELLINGEN
Geplaatst: zo 18 aug 2019, 23:35
95 stellingen
Creatie.infoWetenschappelijke kritiek op het naturalistische wereldbeeld
Inhoudsopgaaf
Voorwoord bij de Nederlandse uitgave
Voorwoord
Inleiding
Biologie (1 - 16)
Geologie en paleontologie (17 - 31)
Chemische evolutie (32 - 40)
Radiometrie en geofysica (41 - 51)
Kosmologie en oerknaltheorie (52 - 64)
Filosofie (65 - 75)
Informatietheorie (76 - 83)
Mens en cultuur (84 - 95)
Slotverklaring
Nawoord
Voorwoord bij de Nederlandse uitgave
Terug naar boven
In het kader van het Darwin jaar is in Nederland en een gedeelte van België huis aan huis de broshure verspreid met de titel: ‘Evolutie of Schepping - Wat geloof jij?’ Oplaag 6.6 miljoen exemplaren. In deze folder wordt aangegeven dat het technisch niet te bewijzen is of de mens op aarde gekomen is door evolutie of door schepping. Meer informatie hierover kunt u vinden op http://www.creatie.info.
De tweede vervolg folder verwijst op 3 plaatsen naar stellingen in dit boek. Stelling 4, 87 en 88.
De uitgave van dit boek in het Nederlands is een momentopname van de hedendaagse kennis van mogelijkheden en onmogelijkheden in de evolutie, scheppings debat.
De opzet is dan ook om dit boek regelmatig te actualiseren.
Een woord van dank gaat uit naar Henk van Twillert die de vertaling vanuit het Duits naar het Nederlands voor zijn rekening heeft genomen.
Eveneens danken wij de Nederlandse eindredactie die in handen is van Drs. J. Buker (bioloog) en Dr. W. Hoek (Chemicus) schrijver van het basisconcept van de eerste huis aan huis brochure met de titel: ‘Evolutie of Schepping - Wat geloof jij?’.
Voor de verdere informatie verwijzen wij naar het voorwoord van de internationale uitgave geschreven door Professor Dr. Ing. Werner Gitt
De Nederlandse Uitgever
Voorwoord
Terug naar boven
Vlak voor het begin van het Darwinjaar 2009 verscheen op 31 december 2008 in het blad „Die Zeit“ een twee pagina’s groot artikel met de titel „Danke, Darwin!” (Bedankt, Darwin!). Verder waren daarin nog vier hele pagina’s aan het onderwerp evolutie gewijd. De dank gold een man, die 200 jaar geleden geboren werd en van wie het revolutionaire boek „On the Origins of Species“ (Over het ontstaan van soorten) 150 jaar geleden verscheen. De filosoof Immanuel Kant (1724 – 1804) beweerde al vol trots: „Geef me materie, ik bouw er een wereld van.“ Ook de Franse wiskundige en astronoom Laplace (1749 – 1827) pochte 50 jaar later tegenover Napoleon: „Mijn theorieën hebben de hypothese „God” niet nodig.”
Deze en andere vaders van het wetenschappelijk atheïsme zochten naar een verklaring voor ontstaan van het leven waarin God niet meer voor komt. Darwin gaf daarvoor het schijnbaar verlossende antwoord. Hij meende dat hij het ontstaan van het leven op een „natuurlijke wijze” kon verklaren.
Is „evolutie“ een bruikbaar denkmodel?
Een vluchtige blik in het rijk van de organismen toont ons overal onmiskenbaar doelgerichte bouwplannen. De potvis, een zoogdier, is zo uitgerust, dat hij vanuit 3000 meter diepte op kan duiken, zonder aan de gevreesde caissonziekte te sterven. De enorme hoeveelheid microscopisch kleine bacteriën in ons darmkanaal hebben ingebouwde „motoren“, die voor- en achteruit kunnen draaien. Het leven hangt in de meeste gevallen af van de compleet functionerende organen (bv hart, lever, nieren). Onvolledige, zich pas ontwikkelende organen zijn waardeloos. Wie hier in de lijn van het Darwinisme denkt, moet beseffen, dat de evolutie niet het doel van een later functionerend orgaan kent. De evolutiebioloog G. Osche merkte heel juist op: „Organismen kunnen gedurende bepaalde evolutiefasen niet als een ondernemer het bedrijf wegens verbouwing tijdelijk sluiten.”
Waar komt het leven vandaan?
Bij alle ophef over de evolutie in onze tijd gaat het om de vraag: Waar komt het leven nu eigenlijk vandaan? De evolutietheorie heeft er niet de geringste verklaring voor, hoe leven uit levensloze materie kan ontstaan. Stanley Miller (1930 – 2007), wiens „oersoepexperiment” sinds de 60er jaren in elk biologieboek wordt vermeld, gaf 40 jaar na dato toe, dat geen van de huidige hypothesen over de oorsprong van het leven kan overtuigen. Hij noemde ze allen „onzin” of „chemische hersenspindels”. De microbioloog Louis Pasteur (1822 – 1895) onderkende iets heel fundamenteels: „Leven kan uitsluitend van leven komen.“
Waarom werden de 95 stellingen van dit boek geschreven?
Aanhangers van de evolutiemodellen houden hun leer over de oorsprong van het leven en deze wereld voor een wetenschappelijke theorie. Volgens Karl Popper moet een empirische theorie weerlegd kunnen worden. Dat betekent: Ook de evolutietheorie moet in principe weerlegbaar zijn. Daarom werden de stellingen van dit boek geschreven.
De krachtigste bewijsvoering in de wetenschap is, wanneer men natuurwetten zodanig kan toepassen, dat zij een proces of gebeurtenis uitsluiten. Natuurwetten kennen geen uitzondering. Om die reden is bijvoorbeeld een „Perpetuum mobile”, een machine, die zonder toevoer van energie voortdurend door blijft lopen, een onmogelijkheid. Tegenwoordig weten we, wat Darwin niet weten kon, dat in de cellen van alle organismen een werkelijk onvoorstelbare hoeveelheid aan informatie aanwezig is en dat in de hoogste ons bekende opslagdichtheid. De vorming van organen vindt informatiegestuurd plaats, alle processen in organismen functioneren informatiegestuurd en de fabricage van alle lichaamseigen stoffen (bijvoorbeeld 50.000 eiwitten in het menselijk lichaam) verloopt informatiegestuurd. Het gedachtensysteem evolutie zou alleen dan kunnen functioneren, als er in de materie al een mogelijkheid aanwezig was, dat door toevalsprocessen informatie zou ontstaan.
Informatie is geen eigenschap van materie
Informatie is een niet-materiële grootheid; zij is daarom geen eigenschap van de materie. De natuurwetten voor niet-materiële grootheden, in het bijzonder die van de informatie, bewijzen, dat materie nooit een niet-materiële grootheid kan verwekken. Verder geldt: Informatie kan alleen ontstaan door een, van intelligentie en wil voorziene, auteur. Daarmee is duidelijk: Wie evolutie voor mogelijk houdt, gelooft in een „Perpetuum mobile van informatie”, dus in iets, wat de algemeen geldende natuurwetten verbieden. Hierop zal in het hoofdstuk informatietheorie (Stellingen 76 - 83), dat ikzelf aan dit boek heb bijgedragen, ingaan.
Conclusie
De auteurs van de „95 stellingen tegen de evolutie-, oersoep- en oerknaltheorie“ zijn tot het inzicht gekomen dat de evolutieleer tot de grootste dwalingen in de wereldgeschiedenis behoort. Zou het slechts om een zuiver wetenschappelijke vraag in één of andere discipline gaan, dan zouden zij zich niet zo enorm hebben ingespannen om dit te weerleggen. De reden is anders: De vraag naar onze oorsprong kan ons niet onverschillig zijn, want zij is ten nauwste verbonden met de Godsvraag. Met betrekking tot de geloofwaardigheid van de Bijbel komen slechts de twee alternatieven A en B in aanmerking:
A: Het klopt, dat de oorsprong en onmetelijke veelvuldigheid van het leven zich uitsluitend laat verklaren door chemische en natuurkundige wetmatigheden en de veel geciteerde evolutiefactoren mutatie, recombinatie, selectie, isolatie, lange tijdsperioden, toeval en noodzakelijkheid en dood. Consequent hiermee heeft men dan geen God nodig en ook de Bijbel berust op generlei Goddelijke bron. Zij is een door mensen bedacht boek en begrippen zoals hemel en hel of opstanding en een eeuwig oordeel zijn ontsproten aan de menselijke fantasie en hebben voor ons mensen geen enkele relevantie.
of B: Het klopt wat God ons in de Bijbel gezegd heeft. Dan is de God van de Bijbel de enige levende God en de evolutie een ernstige wetenschappelijke dwaling. De dood is geen leven-scheppende „evolutiefactor”, maar het gevolg van de scheiding van God.(1) Wij mogen de gehele Bijbel geloven - zoals Jezus tot God, de Vader gebeden heeft: „Uw woord is de waarheid“,(2) en zoals de apostel Paulus heeft beleden: „Ik geloof alles, wat geschreven staat“.(3) Dan zullen wij na onze lichamelijke dood opstaan en ons in het eindoordeel voor God hebben te verantwoorden en bestaat er werkelijk zowel een hemel als ook een hel.
Zin en doel van dit boek
Het concept van de hier gepresenteerde 95 stellingen is ontleend aan de 95 stellingen van Maarten Luther. Toentertijd veroorzaakte deze een revolutie, die een wereldwijd gevolg had. Luther definieerde de Bijbel als de enige Goddelijke bron en kon met deze maatstaf talrijke wantoestanden en dwalingen van de toenmalige Rooms-Katholieke kerk aan de kaak stellen. Ik hoop dat deze 95 stellingen een soortgelijke impact zullen bewerken.
Dr. Werner Gitt
Werner Gitt was tot aan zijn pensionering in het jaar 2002 bijna 25 jaar directeur en professor bij de Physikalisch-Technischen Bundesanstalt in Braunschweig.
(1) de Bijbel, Jesaja 59:2
(2) de Bijbel, Johannes 17:17.
(3) de Bijbel, Handelingen 26:22,23.
Inleiding
Terug naar boven
„Weliswaar zijn sinds de eerste uitgave van Charles Darwins boek „Het ontstaan van soorten“ op 24 november 1859 ontelbare feiten bekend geworden, die heel duidelijk tegen de evolutietheorie spreken, maar het geloof in evolutie, oerknal en een vele miljoenen jaren oude aarde heeft zich diep in het bewustzijn van de moderne maatschappij ingenesteld. Hierbij heeft deze wereldbeschouwing langzamerhand een fundamentalistisch karakter aangenomen. In geen ander gebied van de wetenschap worden kritische stemmen zo onzakelijk en heftig aangevallen als op dit gebied van onderzoek. Wie twijfelt, wordt uit het debat over de oorsprongsvragen uitgesloten en niet zelden bestreden.
De eigenwijsheid van de leidende disciplines in wetenschap, onderwijs en media doet denken aan de koppigheid, waarmee de Rooms Katholieke kerk in de Middeleeuwen haar toenmalige wereldbeeld verdedigd heeft. Op 31 oktober 1517 heeft de hervormer Maarten Luther 95 stellingen gepubliceerd, waarmee hij de toenmaals wijdverbreide aflaatpraktijk ter discussie stelde. Deze bemoeienis heeft een kettingreactie veroorzaakt, die uiteindelijk tot de Reformatie leidde. Op gelijke wijze moeten de hier aanwezige 95 stellingen tot een verandering van denken in het oorsprongsdebat bijdragen.
Met deze publicatie willen wij ons ervoor inzetten, dat in de discussie over de oorsprong van de mensheid, het aardse leven en de kosmos een open omgang met wetenschappelijke gegevens, interpretaties en wereldbeschouwelijke stellingnamen* mogelijk wordt.“
Vanaf de oudheid tot op heden bestaat een uitgebreide, nauwelijks nog te overziene hoeveelheid filosofische, wereldbeschouwelijke en natuurwetenschappelijke literatuur met betrekking tot vragen over de oorsprong van het leven en de kosmos. Zouden zich daarin een terechte weerlegging bevinden van één of meer van de hier aangevoerde punten van kritiek jegens de evolutietheorie, dan vragen wij u, ons deze toe te zenden. Onze contactgegevens vindt u op http://www.0095.info
Slotverklaring
Terug naar boven
Deze 95 stellingen hebben wij naar beste weten en geweten samengesteld en daarbij een zo breed mogelijk bronmateriaal geraadpleegd. Nochtans is onze kennis zeer onvolledig en het zal duidelijk zijn, dat deze en de volgende versies van de 95 stellingen steeds nog fouten kunnen bevatten.
Daar wij er op uit zijn fouten te corrigeren, verzoeken wij u, om feedback te geven en conform de actuele stand van de wetenschap veranderingsvoorstellen toe te sturen. Onze contactgegevens alsook de meest actuele versie van de 95 stellingen vindt u op http://www.0095.info
De auteurs
Dr. Dieter Aebi, Dr. Markus Bourquin, Dr. Werner Gitt, Dr. Ruedi Hartmann, Ing. Kai-Uwe Kolrep, Roland Schwab, Ing. Hansruedi Stutz, Ds. Marcel Wildi.
Nawoord
Terug naar boven
Evolutionisten en niet-evolutionisten staat precies hetzelfde natuurwetenschappelijke gegevensmateriaal ter beschikking. Het is niet een vraag over wetenschappelijke gegevens, maar een vraag die door het eigen wereldbeeld bewust of onbewust, beïnvloed door gegevenskeuze, -interpretatie en -extrapolatie, of iemand het model van de evolutie-, oersoep- en oerknaltheorie verkiest of afwijst.
Het geloof, dat chemische en natuurkundige wetmatigheden afdoende zijn, om de complexiteit en de rijkdom van het leven en de onmetelijke kosmos te doen ontstaan, wordt door de natuurwetenschappelijke gegevens niet ondersteund. Bij veel ontstaansvragen is het natuurwetenschappelijke antwoord simpelweg: wij weten het niet. Dat is eerlijker dan onbewezen hypothesen voortdurend als feiten af te schilderen.
De auteurs weten en onderkennen, dat juist in het natuurwetenschappelijk fundamenteel onderzoek vele onderzoekers met grote persoonlijke inzet proberen hun blikveld te verruimen. Hierbij worden niet slechts vragen beantwoord, maar er duiken ook steeds weer nieuwe, vaak onverwachte vragen op. De onopgeloste vragen nemen sneller toe dan de opgeloste vragen.
Helaas is het in het publieke evolutiedebat zo, dat er over onopgeloste detailvragen gediscussieerd wordt, maar de evolutie in de zin van de ontwikkeling-naar-hoger mag niet fundamenteel betwist worden. Mensen, die dat toch doen, dreigt uitsluiting uit de wetenschap en het onderwijssysteem. Hier kunnen de voorstanders van de evolutietheorie, vaak onbewust, een totalitair, dogmatisch en ideologisch standpunt innemen.
De auteurs van deze stellingen wensen zich een maatschappij toe, waarin ieder mens de vrijheid krijgt, zijn wereldbeschouwing zelf te mogen kiezen en vertegenwoordigen, zover daardoor de vrijheid van anderen niet beperkt wordt. Het schijnt hen legitiem, ook over een ander wereldbeeld over het ontstaan van het leven, los van evolutionaire dogma’s en maatschappelijke druk, na te denken.
De fundamentele bewijs- en geloofwaardigheidsjanboel van de evolutie hypothese wordt in de hier gepubliceerde 95 stellingen exemplarisch uitgelegd. Het ijkpunt van de auteurs bij dit onderwerp is de visie van de Bijbel, waarin staat: „Want hetgeen van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid, wordt sedert de schepping der wereld uit zijn werken met het verstand doorzien.“(52)
(52) Paulus van Tarsus, de Bijbel, Romeinen 1:20a